De Belastingdienst heeft terecht een lening van een BV aan de eigenaar belast met inkomstenbelasting.
Dat bleek onlangs uit een hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
De ondernemer die het hoger beroep tegen een opgelegde aanslag van de Belastingdienst had aangespannen, is handelaar in dure auto’s en projectontwikkelaar. Hij had vanuit zijn BV geld geleend, onder meer voor de aankoop van een huis in Frankrijk.
In 2007 bedroeg de schuld aan de BV ruim drie ton, eind 2009 ging het al om 1,4 miljoen euro en in 2010 was de schuld aan de BV opgelopen tot 3,7 miljoen euro. Op dat moment had de BV, die in 2012 failliet ging, al een negatief eigen vermogen.
Nadat de woning in Frankrijk was verkocht voor 2,2 miljoen euro werd daarmee wel een banklening afgelost, maar niet de lening van de BV.
Lenen aan de BV of stiekeme winstuitkering?
De fiscus vond dat sprake was van een zogeheten uitdeling, een winstuitkering, waarover inkomstenbelasting wordt geheven. De lening is volgens de Belastingdienst namelijk niet zakelijk, omdat een willekeurige derde partij zo’n lening nooit zou zijn aangegaan.
Gezien de matige gang van zaken stond het in 2009 al vast dat de directeur-grootaandeelhouder de lening nooit volledig zou terugbetalen. Verder vindt de fiscus dat de bank is bevoordeeld boven de BV, omdat de bank haar geld wel terug kreeg, maar de BV niet. De BV heeft geen pogingen ondernomen om haar geld terug te krijgen.
Tenslotte woog mee dat er pas in 2011 een leningsovereenkomst werd opgesteld. Ook met het uitlenen van een paar miljoen euro zonder enige documentatie zou een andere partij nooit genoegen hebben genomen. Daarom bevestigde de rechtbank de mening van de Inspecteur.
Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.
lees ook
Aangifte 2014: let op met 'saven' gegevens bij online invullen
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl